Zondag 13 april. Half acht eruit, douchen, scheren en tafel dekken en voor iedereen een eitje koken. Om half tien stappen we in de auto en rijden route 4 van Bert. Dat is een rondje zuidwaarts naar Odemira en dan via de kust weer terug. |
Onderweg moeten we steeds stoppen, vooral omdat Yvonne steeds roofvogels in de lucht ontdekt. Vaak veel te ver weg voor een foto, dus meer als hierboven zien we er niet van, zelfs niet na bewerking. Voorlopig worden ze steeds als buizerds gedetermineerd en dat blijft uiteindelijk ook zo. In São Luis zien we een groepje blauwe eksters, dat echter niet meewerkt voor een foto, dus stoppen we bij de Rio Mira. Het is er erg stil op wat huismussen, putters en wat roodstuitzwaluwen na. Ook die soorten zijn niet voor de lens te krijgen. |
Yvonne ontdekt een grote Egyptische treksprinkhaan, maar verder zien we niets. Ik stel voor een pad bergop te volgen in de hoop daar iets op te pikken. Een Europese kanarie laat zich van ver fotograferen. |
We horen een kleine zwartkop en zien af en toe een glimp van het vogeltje, maar deze laat zich niet door de cameralens verschalken. Dan gaat de focus op de vlinders, die er wel zijn en in een mooie variatie. Een icarisblauwtje is de eerste die wordt vastgelegd. |
Een groentje is de volgende. |
We rijden door naar Odemira waar we bij een brug stoppen en besluiten ook daar een wandeling te doen, die ons langs de rivier leidt. Hier zien we twee hele mooie vlinders, de Spaanse pijpbloemvlinder en de Spaanse parelmoervlinder, die beide mooi op de foto gezet kunnen worden. De wandeling levert nog twee nieuwe soorten op: ijsvogel en staartmees. De grijze gors en de grote gele kwikstaart, die hier ook voorkomen, laten het echter afweten. |
De kleine vuurvlinder. |
Geen vlinder, maar een mooi bloemetje, de blauwe pimpernel. |
Een prachtige Spaanse parelmoervlinder, een nieuwe soort voor mij. |
Geen nieuwe soort, maar wel mooi: de Spaanse pijpbloemvlinder |
We zien nog een Egyptische treksprinkhaan, maar nu een andere kleurvariant en op een natuurlije achtergrond. |
Het is inmiddels al half vier en dus besluiten we terug naar het noorden te rijden en de kustroute voor later te bewaren. We checken nog even het veldje bij Sines. Daar aangekomen zitten er veel Eurokanaries, kneuen en kuifleeuweriken en een grauwe gors. |
De bijeneters werken goed mee en daar kan ik dan ook een aantal leuke plaatjes van schieten. |
We eindigen de dag op dezelfde manier waarop we de dag begonnen, met een verre buizerd! Op de terugweg heeft de auto bij het wegrijden weer kuren, maar als ik later de verhuurder bel, hoor ik dat dit waarschijnlijk komt door de frontcamera, annex collision control. Die zet ik dus maar uit. |
We eten in het dorp bij O Arco, waar we net na 07:00 uur zijn. Gek genoeg kunnen we pas na 20 minuten binnen, maar dan krijgen we bacalau, varkenswangen, salade en frites opgediend. Het smaakt prima, vooral de varkenswangen. Ook het toetje is lekker en deze keer krijgen we ook koffie of thee erbij. De bedienster spreekt goed Engels - ze blijkt van Ierse komaf - maar is verder niet zo heel erg vriendelijk. Het deert me niet, mijn maag is goed gevuld en daar kan ik weer op teren. Na het plannen maken voor morgen gaan we opnieuw wat potjes pesten. Deze keer is Dick spekkoper en gaat er met de winst vandoor. Tenslotte het verslag maken en dan is het kwart voor 12 en hoogste tijd om naar bed te gaan. |